23.1.10

Preston Blair - Animation 1


You can go to animation school, spend a $100,000 and not learn a damn thing about the basics of good animation drawing- OR you can buy a Preston Blair book for $8 and learn it all in a couple months. You pick.

If you learn the principles correctly, you will be able to draw in any style today. You’ll be miserable having to dumb down your abilities- but you will be in demand.
--John Kricfalusi



Het boek bevat niet veel tekst en op het eerste gezicht lijkt het niet meer dan een verzameling illustraties. Het enige wat je dan ook hoeft te doen is natekenen wat er in het boek staat. Appeltje, eitje dacht ik. Nou mooi niet dus! Ik geloof dat ik de konijntjes op de eerste pagina wel 8x getekend heb en dat ze toen nog niet goed waren, een paar staan op mijn blog. Nu zo'n 2,5 jaar later, 5 pagina’s verder in het boek en heel wat natekenwerk verder, heb ik al zoveel geleerd!

John K.
John K is de oprichter van animatiestudio Spumco. Ren & Stimpy is de meest bekende cartoonserie van deze studio. Hij post op zijn blog vanalles omtrent animatie en cartoons. Hij is mijn grootste "leraar".

John heeft aan de hand van Animation 1 een gratis, online tekencursus opgesteld. De cursus bestaat uit 10 lessen. De lessen omschrijven iets duidelijker wat Preston Blair in het boek verteld en hoe je er zo veel mogelijk uit kan halen. De lessen zijn hier te vinden

Preston Blair
Animator die vooral voor Universal, Walt Disney, MGM en Hanna-Barbera gewerkt heeft. Bij Disney heeft hij onder andere aan Pinokkio en Bambi meegewerkt. Later bij MGM werkte hij samen met Tex Avery. En niet te vergeten werkte hij aan The Flintstones voor Hana-Barbera.

Tekenen!
Algemeen
Er staan veel voorbeelden op de bijbehorende pagina’s die je kan natekenen. Daarna is het de bedoeling dat je jouw tekening inscant en deze over het origineel legt. Hierdoor kan je zien hoe goed/slecht je het gedaan hebt. Ik kan je vertellen, de eerste keer zul je je enorm schamen!

Construction

Je leert hier hoe je een gezicht opbouwd. Het beste kan je beginnen met een ei. Hier teken je een gezicht op en vervolgens ga je het ei op alle mogelijke manieren tekenen. Je ziet en voelt nu hoe de vorm vervormd als je deze draait. Immers, hoe meer je het ei van onder of bovenaf bekijkt, hoe ronder het wordt. Ook zie je het gezicht steeds anders, wat je leert dat een gezicht niet plat is (al wist je dat diep in je hartje ook wel). De ogen, bijvoorbeeld, lopen met de vorm mee en worden door het perspectief vervormd.

Daarna kan de stap gemaakt worden naar de konijntjes op de pagina. Hier zit meer vorm in dan in het ei en is dus een stuk lastiger. De neus steekt uit, net als de lip en de wangen. De ogen daarentegen liggen dieper, min of meer in het gezicht verzonken. Door het natekenen leer je hier mee omgaan.

Nog lastiger wordt het je gemaakt als je naar de volgende pagina gaat. Hier gaat het om grotere vormen die uitsteken. Bijvoorbeeld de snuit van een hond of een snavel van een vogel. Je leert hier verder om te gaan met de basis-constructie van het gezicht. Daarnaast gaat het om de verhoudingen tussen de verschillende delen van het gezicht.

Stretch and Squash
Animatie-karakters kunnen, net als wij, hun gezicht vervormen. Uitrekken en samentrekken. Hierbij blijft de basis van het hoofd hetzelfde. De schedel is immers een vaste vorm. Doordat de kaak wel kan bewegen, beweegt het vlees, de huid, wel. Daar komt bij dat er ontzettend veel spieren in het gezicht zitten die er ook voor zorgen dat er allerlei verschuivingen van de huid plaatsvinden.

Erg complex als je het zo leest. En dat is het ook eigenlijk wel. Maar een spiegel kan veel verklaren. Bij bijvoorbeeld een glimlach gebeurt er het volgende:
De mond krult naar boven en wordt breder. De wangen gaan omhoog, waardoor de ogen kleiner worden. Ook wordt de neus breder en korter en gaan de wenkbrauwen iets omhoog.

Op deze pagina in het boek zie je hoe het gezicht van een hond zich vormt bij verschillende emoties. Door het natekenen leer je hoe het gezicht “werkt” en hoe de verschillende delen van het gezicht zich vervormen of verplaatsen bij bepaalde expressies.

Proportions
Bij deze les gebruik je dezelfde pagina’s als voor Construction en Stretch & Squash gebruikt hebt. Je gaat extra aandacht besteden aan de verhoudingen tussen de delen van het gezicht. Omdat je al een stapje verder bent in het natekenen, gaat het (als het goed is) nu ook al wat sneller en makkelijker. Waarschijnlijk komen de tekeningen nu ook dichter in de buurt van het origineel en zijn de lijnen wat soepeler omdat je minder geforceerd tekent.

Door de herhaling krijg je de constructie-regels nog beter onder de knie. Daardoor kan je nu extra aandacht besteden aan de verhoudingen.

Heel veel karakters hebben dezelfde basis-constructie. Maar juist door de kleine verschillen in verhoudingen lijken ze totaal verschillend. Daarom is het zo belangrijk jezelf te trainen deze kleine verschillen op te merken en op papier te krijgen.

Full Body
Je gaat aan de gang met een compleet lichaam. Best een grote stap. Maar des te groter de uitdaging zullen we maar zeggen!


De makkelijkste lichaamsvorm is de peervorm. Deze werd vroeger ook het meest gebruikt. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar Mickey Mouse, Donald Duck, Bugs Bunny en Tom & Jerry. De peervormen verschillen steeds wel een beetje, maar het zijn en blijven peren.

Omdat de peer een soort van “instapmodel” is, start Preston Blair hier ook mee. Allereerst is het de uitdaging het karakter groot genoeg te maken en de verhoudingen te laten kloppen. Een trucje hiervoor is kijken hoeveel hoofden het karakter hoog is en deze hoofde markeren op je papier. Wat je geleerd hebt bij de vorige les heb je hier ook hard bij nodig. De verhoudingen moeten kloppen, anders ga je alleen maar verder de mist in.

Wat ik zelf altijd gebruik om een mooie peervorm te tekenen, is een bol voor de romp en een bol voor de heupen. Hierin teken ik “gaten” voor de kogelgewrichten van de schouders en de bovenbenen. Hierdoor kan je de armen en benen juist plaatsen en als je de bollen met elkaar verbind heb je automatisch een peervorm.

Verder kan je, om het jezelf makkelijker te maken, een middelijn over de lengte van de peer tekenen. Hierdoor krijg je een beter beeld van hoe de vorm loopt, deze krijgt meer diepte.

Wanneer je toe bent aan het tekenen van de details, is het belangrijk er op te letten dat deze de vormen volgen. Zoals John zegt:
“Pupils sit on eyes AND FOLLOW THE SHAPE AND POSITION OF THE EYES- they don’t exist as little unvarying dots as in The Simpsons and many other cartoons today. Look in the mirror and watch the shape of your pupils change as you move your eyes.”

Dit geldt net zo goed voor kleding, vacht, vingers, haar enzovoorts.

Line of Action & Silhouette

De Line of Action, ook wel actielijn genoemd, is niet iets wat je altijd overduidelijk terug ziet in het dagelijks leven. Soms wel, per ongeluk. Het is dan ook een hulpmiddel voor mensen die tekenen om richting en vorm aan een pose te geven. Als je de actielijn goed gebruikt, krijg je sterke, duidelijke en aantrekkelijke poses.

Een ander hulpmiddel dat je actielijn kan ondersteunen, en waardoor je poses dus nog beter worden, zijn silhouetten. Een duidelijk silhouet versterkt je pose. Duidelijke silhouetten creƫer je door middel van negatieve ruimte.

Om te controleren of je karakter een duidelijke pose heeft, kan je deze helemaal met zwart vullen. Is het nu nog net zo overduidelijk wat je karakter doet als in de “normale” versie? Als je er niets van kan maken, is het tijd om de negatieve ruimte eens te bekijken.

De negatieve ruimte is de ruimte om je karakter heen. Als je karakter dus met de handen in de zij staat, heb je negatieve ruimte onder de oksels. Maar ook bij de nek, tussen haren, benen en vingers... De uitgespaarde ruimte eigenlijk. Als je deze ruimte goed benut, zal je zien dat je pose duidelijker en sterker wordt.

In de voorbeelden van Preston Blair zijn de actielijnen al getekend voor je. Dit helpt je om het principe ervan te begrijpen en toe te passen. Ook alle dingen uit de voorgaande lessen komen uiteraard weer aan bod bij het natekenen.

Advanced Head Construction
Bij deze les wijkt John af van het boek, maar je kan het wel erg goed toepassen op wat je daar leert. Het gaat namelijk om het feit dat sommige dingen in een gezicht uitsteken en andere juist weer dieper in het gezicht liggen. Dit had je ook al geleerd bij Constuction, maar nu wordt er iets dieper op ingegaan.

Een mond is namelijk meer dan een streep op het gezicht, al dan niet met lippen erbij. Wie goed op de mond let ziet namelijk dat deze uitsteekt naar voren. Bij de een steekt de bovenlip meer uit dan de onderlip en bij een ander is het omgekeerde het geval. Of ze steken evenveel uit. Daar komt nog eens bij dat de lippen ook nog eens qua vorm en grootte van elkaar kunnen verschillen.

Een ingewikkelde zaak, die mond en lippen. Hoe dit nu aan te pakken? In de les wordt verwezen naar de blog van Katie Rice. Katie heeft een opzetje gemaakt van hoe zij lippen bekijkt en deze tekent. Eerst kijkt ze dus naar hoe de mond er van voren uitziet, welke lip is het grootst en heeft het meeste volume en hoe zit het met het deukje in de bovenlip? Is deze groot of klein? Ook de richting van de mond is belangrijk, wijzen de mondhoeken naar boven of beneden in neutrale positie?

Al deze dingen kunnen namelijk verschil maken in hoe de lippen bewegen bij het praten, vervormen bij expressies en er uit zien vanuit een ander perspectief.

Een andere bijzonderheid aan de mond en lippen zie je in ¾ perspectief van het gezicht. Het deel van de mond dat het verst van je weg is, is namelijk dikker dan het deel dat dichtbij is. In de eerste instantie zou je denken dat het andersom is. Maar na een blik in de spiegel zie je dat het waar is!

When Generic is a Good Thing
Met generiek wordt bedoelt dat het karakter simpel is opgebouwd. Dat wil zeggen: een rond/ovaal hoofd, peervormig lichaam en ledematen die wat weg hebben van worstjes. De poses van klassieke generieke karakters (Tom & Jerry bijvoorbeeld) zijn sterk, dankzij goed gebruik van de actielijn en silhouet.

Generieke karakters zijn uitermate geschikt om constructie beter onder de knie te krijgen. Daarnaast zijn de goed te animeren. Daarom zie je dit soort karakters ook veel omstreeks de jaren’40, toen animatie begon op te komen.

Bovendien zijn ze neutraal en vaak gebaseerd op beelden van perfectie. Alles is in balans en soms zelfs symmetrisch. Eigenlijk is er niet veel bijzonders aan, behalve dat ze “mooi” zijn.

Voorbeelden van generieke karakters zijn Tom & Jerry, Porky Pig en Elmer Fudd. Deze modelsheets heb ik dan ook nagetekend voor deze les. Pas al je de basis goed onder de knie hebt, kan je gekke dingen gaan doen. Bijvoorbeeld met contrasten (zie volgende les).

Contrasts
Als je een “cartoony” karakter wil maken, is het belangrijk dat je gebruik maakt van contrasten. Hierbij mag je best overdrijven, zoals een klein hoofd en een grote borstkas of juist andersom, een klein hoofd en een grote kin of andersom...zolang het maar geloofwaardig blijft. Het gaat niet alleen om verschillen in groottes, maar ook in vormen zelf en de richting.

Karakters van Tex Avery, Chuck Jones en Bob Clampett maken optimaal gebruik van contrasten. Door deze te bestuderen en na te tekenen leer je contrasten toe te passen en hoe je er mee om moet gaan in poses en beweging. Het ideale hulpmiddel hiervoor zijn modelsheets.

In de loop van de tijd heb ik ontzettend veel modelsheets verzameld. Om te leren omgaan met contrasten heb ik modelsheets van Daffy Duck, Lucky Ducky, Srewball Squirell, Slappy the Lion en Uncle Toms Cabana gebruikt.

Het gebruik van contrasten is eigenlijk het tegenovergestelde van generiek. Contrasten maken een karakter interessanter om naar te kijken. Een heel goed voorbeeld van gebruik van contrasten zijn karikaturen. Bepaalde dingen worden overdreven en andere op de achtergrond gehouden, waardoor je een grappig en interessant beeld krijgt. Het karakter krijgt hierdoor ook meer persoonlijkheid, aangezien het niet meer neutraal is.

Hands

Hier komen we weer terug bij het boek. Preston Blair heeft namelijk een prachtige verzameling gemaakt van handen. Nou vind ik het zelf nog steeds moeilijk om handen te tekenen, maar Preston heeft het me iets makkelijker gemaakt.

In feite is de handpalm gewoon een soort van pannenkoek! Om het gemakkelijker te maken de vingers er aan te tekenen kan je er een want van maken. De duim teken je gewoon aan een zijkant. Vervolgens kan je de “want” in 4en of 3en (net wat je wil) verdelen. Nu heb je de meest simpele hand getekend. Als je dit truc’je in gedachten houdt, kan je de handen eigenlijk in alle mogelijke posities tekenen.

Door alle handen uit het boek na te tekenen, krijg je er steeds meer handigheid in. Oefening baart kunst!

Models
En dan zijn we al weer bij de laatste les! Deze les komt er eigenlijk op neer dat je zoveel mogelijk modelsheets moet verzamelen en natekenen. Hierdoor blijf je al het geleerde herhalen en print je het als het ware in je hersens.

Het uiteindelijke doel is dat je straks je eigen karakters kan tekenen volgens deze principes. Ik teken daarom nog steeds veel na uit dit boek, maar ook van de modelsheets die ik verzameld heb.

No comments:

Post a Comment